Historie - Periode 1940 t/m 1945

PERIODE 1940 t/m 1945

De eerste weken na de Duitse inval werd er niet gerepeteerd, maar op 31 mei 1940 werd er een ledenvergadering belegd waarop alle aanwezigen unaniem besloten om weer te beginnen. Gelukkig waren er geen slachtoffers gevallen onder de militairen van het koor. Verder werd besloten tot het houden van een collecte voor de directeur dhr. van Santwijk die door het bombardement op Rotterdam veel schade had geleden. Deze collecte bracht ƒ 35,80 op en dhr van Santwijk was hierdoor zeer getroffen.
Het jeugdkoor maakte ondanks de oorlogstijd in 1940 toch nog een uitstapje hoewel sommige ouders bezwaren hadden om hun kind mee te geven. In de nazomer had men het koor van de kerk laten verduisteren omdat er een lichtuitstralingsverbod was afgekondigd. Ook wordt in de notulen vermeld dat door het koude weer de zangers en zangeressen om de kachel (hun beste vriend) heen klitten, waarbij de alten en bassen het beste plaatsje hadden. En aangezien de directeur vanwege de duisternis Rotterdam ’s avonds niet kon bereiken, bracht hij de nacht door bij één van de bestuursleden om de volgende ochtend huiswaarts te keren. Ook kwam het in deze tijd voor dat dhr. van Santwijk De Lier helemaal niet kon bereiken en dan bijv. vanuit Delft weer moest terugkeren naar Rotterdam. Tevens kwam hij wel eens op de fiets, maar kreeg op een zeker moment problemen met fietsbanden: behoorlijke banden waren in 1943 niet meer te krijgen. Overigens keerde dhr. Bottinga, de grote animator achter “Con Amore” in 1941 weer terug als voorzitter en werd in 1942 ons erelid Jana Herbert voor het eerst in het bestuur gekozen.
In de eerste oorlogsjaren ging het jeugdkoor nog wel eens een dagje uit, maar “Con Amore” woonde geen concoursen meer bij. Wel werden er in De Lier jaarlijks uitvoeringen gegeven, hoewel dit op een zeker moment vanwege de nieuwe voorschriften van de bezetter geen openbare uitvoering mocht zijn (wel donateurs en familie). Jaarvergaderingen gingen ook door, waarbij de consumpties bestonden uit anijsmelk en kaakjes (kopjes werden geleend bij de meisjesvereniging en de jongeliedenvereniging). Ook werd op een bestuursvergadering de orde op de repetities besproken. Zo wordt er in de notulen vermeld dat er over het algemeen veel is verbeterd, maar een niet met name genoemd lid schijnt zich niet te kunnen aanpassen. Na raadpleging van het reglement werd besloten om het lid zo nodig te royeren. Eveneens werd besloten “de gewoonte in te voeren om te stemmen over de toelating van nieuwe leden”.

Op de jaarvergadering van 22 maart 1944 werd het 10-jarig bestaan van “Con Amore” herdacht. Op deze gezellige avond die weer opgeluisterd werd met samenspraken en toneelstukjes werden de vier leden, die vanaf de oprichting lid zijn gebleven, bedankt hetgeen vergezeld ging met de overhandiging van een plantje. Tijdens deze avond werd koffie geschonken maar de suiker moest men zelf meenemen!

Dan breekt er een moeilijke tijd aan. Sinds september 1944 werden er geen repetities meer gehouden omdat men ’s avonds om 8.00 uur binnen moest zijn.. Aangezien de financiële verplichtingen tegenover de directeur gewoon door gingen, werd er besloten om de contributie in aangepaste vorm door te laten gaan. Tijdens de bestuursvergadering van 27 april 1945 sprak de voorzitter de hoop uit dat, na 8 maanden zonder repetities, deze spoedig weer voortgezet zouden kunnen worden. En inderdaad: half mei 1945 kwam men weer bijeen om te repeteren en na twee repetities werd er al weer opgetreden en wel op 16 mei tijdens de bevrijdingsfeesten op de voetbalwei.

Tijdens de bestuursvergadering van 12 juni 1945 was een commissie van “De Lofstem” aanwezig om te pleiten voor een fusie van beide verenigingen, omdat het naar hun mening eigenlijk geen zin zou hebben dat er in De Lier twee christelijke zangverenigingen bestaan. De bestuursleden van deze nieuwe gefuseerde vereniging zou dan voor de helft uit Hervormden en de andere helft uit Gereformeerden bestaan. Het voorstel tot fusie werd enkele weken later op een bijeenkomst met de leden van “Con Amore” besproken en deze wezen met overgrote meerderheid het voorstel af.
Tijdens de eerste ledenvergadering na de oorlog gaf het bestuur ook opening van zaken aangaande de financiële zaken in de oorlog. Om de bezetters om de tuin te leiden beheerde de penningmeester “knoeiboeken” die gecontroleerd werd door een officiële commissie. Deze “knoeiboeken” (tegenwoordig zou men het schaduwboekhouding noemen) gaven een veel lager saldo te zien dan de werkelijke boeken die door eigen leden werd gecontroleerd. Dank zij het echte saldo was er de mogelijkheid om op termijn een piano aan te schaffen.
Vanwege ziekte van dhr. van Santwijk werd eind 1945 uitgezien naar een nieuwe dirigent. Dit werd dhr. Verboon die in oktober 1945 aantrad, maar al spoedig weer opgevolgd werd door dhr. Verweel.