Historie - Periode 1935 t/m 1940
PERIODE 1935 t/m 1940
Reeds een jaar na haar oprichting gaf “Con Amore” (52 leden) haar eerste uitvoering. Hierbij stond het koor opgesteld op de gaanderij (dat is de plaats waar nu het orgel is – het orgel bevond zich tegen het koor dat toen afgesloten was). Het publiek keek dus vanuit het schip der kerk omhoog naar het koor, dat aanvankelijk wat zenuwachtig was, maar een goede uitvoering gaf. Ook werd er reeds dit jaar een jeugdkoor opgericht.
Eén van de aandachtspunten op de bestuursvergadering van 20 maart 1935 was het verzuim op de repetitie-avonden. Met name jonge mannen bleken op deze woensdagavonden nogal eens te verzuimen omdat ze dan op hun bezoek bij hun meisje waren. Verzetten van de repetitie-avond naar een andere avond in de week stuitte echter op diverse moeilijkheden zodat besloten werd de repetities op woensdag te handhaven met de opmerking van de voorzitter “dat ieder lid zich voor de keus moet stellen wie hij of zij op den repetitie-avond dienen wil: Amor of Con Amore”. Tot ontzetting van de bestuursleden gaf de voorzitter dhr. Bottinga op deze avond te kennen dat hij af wil treden als directeur wegens te drukke werkzaamheden.
Op 27 maart 1935 vond de eerste jaarvergadering plaats. Naast aandacht voor algemene zaken vond ook een bestuursverkiezing plaats, waarbij Marie Maan als eerste vrouw in het bestuur gekozen werd. Verder werd de avond opgeluisterd met spelletjes en samenspraken.
Al snel diende zich een nieuwe directeur aan namelijk dhr. W. v.d. Kaaij (vanaf 17-4-1935), die ook het kinderkoor onder zijn hoede zou nemen. In deze tijd kreeg het koor ook de beschikking over een piano. Na een korte periode als directeur van “Con Amore” werd dhr. v.d. Kaaij ontslagen omdat men niet tevreden was over zijn capaciteiten en werd hij vervangen door dhr. van Santwijk (vanaf 6-1-1937)
In 1937 diende zich weer een gevoelige kwestie aan die in de huidige tijd niet meer voor te stellen is: het bestuur boog zich over een verzoek van een lid van de Geref. Kerk om lid te mogen worden van “Con Amore”. Aan de hand van diverse artikelen van het reglement werd er gediscussieerd of dit wel of niet kon en besloten werd het reglement ter inzage te geven aan betrokken kandidaatlid. Hoe dit verder afgelopen is, meldt de notulen niet.
Begin 1937 stond er weer een uitvoering op het programma, maar er waren twijfels over de kwaliteit: de uitvoering door laten gaan met de nummers die er goed in zitten aan het eind en liefst ook één aan het begin? En zo geschiedde! Ook een mogelijkheid voor ons anno 2004?? Maar alras gaat het goed met het koor: bij deelname aan concoursen worden regelmatig 1° prijzen in de wacht gesleept.
Wat de financiën betreft, was er niets nieuws onder de zon: op de jaarvergadering van 1937 werden er 200 loten à 5 cent aan de man gebracht “tot sterking der kas”. Financiële zaken keerden op veel vergaderingen steeds weer terug: men had nogal eens moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Leuk is te lezen dat er op een bijeenkomst bruidsuikers werden uitgedeeld vanwege een huwelijk; tegenwoordig vinden traktaties plaats omdat één van de leden 40 jaar getrouwd is.
De notulen van de eind jaren dertig maken gewag van deelname aan concoursen. De leden keken naar zo’n deelname uit omdat de hele club dan een gezellig dagje uit was en men naast deelname aan het concours ook uitstapjes maakte om het één en ander te bezichtigen. Ook het jeugdkoor gaf regelmatig acte de présence en bij uitvoeringen werd vaak samengewerkt met andere koren.
Na 5 jaar “Con Amore” gediend te hebben als voorzitter trad dhr. S. Bottinga op 23-2-1939 af als voorzitter en werd hij opgevolgd door dhr. Becker. In deze tijd hangt de oorlogsdreiging ook boven het verenigingsleven: trouwe leden worden opgeroepen “om ergens in Nederland hun plicht te doen zoals trouwe vaderlanders betaamt” en “om te waken voor de neutraliteit van ons land, waarbij we hopen dat zij slechts te waken en niet te strijden hebben”.
Door de financiële problemen van het koor werd de contributie verhoogd naar 20 cent terwijl, vanwege deze ernstige financiële situatie, ook de directeur een rijksdaalder per maand wilde afstaan. Ook werden er weer nieuwe donateurs geworven. Vermeldenswaard is nog dat bij een concours een 2° prijs werd behaald ondanks het feit dat “bij het vrije nummer de harde wind de partituren weg blies en wij er daardoor even uit waren”.